Het protest van een gewone Joodse jongen uit de Schilderswijk

FacebooktwitterredditpinterestlinkedinmailFacebooktwitterredditpinterestlinkedinmail
Levie Barbier, omstreeks 1940 - fotocollectie Niek Versteeg

Levie Barbier, omstreeks 1940 –
fotocollectie Niek Versteeg

Levie Barbier werd op 15 oktober 1921 in een eenvoudig gezin in de Haagse binnenstad geboren. Hier groeide hij ook op. Vanaf 1939 tot aan zijn gedwongen vertrek naar Duitsland woonde hij in de Rembrandtstraat 23 in de Schilderswijk. Voor de oorlog had Levie Barbier een bakkersopleiding gedaan, maar hij kon in de crisistijd als bakker geen werk vinden. Uiteindelijk kreeg hij een baan als expeditieknecht bij de Dienst Gemeentewerken in Den Haag. In de praktijk betekende dit waarschijnlijk, dat hij vooral sjouwwerk verrichtte.

Geen ontslag als Joodse ambtenaar

Al snel na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog moesten alle ambtenaren met een Joodse achtergrond zich laten registreren. Op 21 november 1940 werden op last van de Duitse bezetter alle medewerkers met twee of meer Joodse grootouders op non-actief gesteld. Vijftig tijdelijk aangestelde Joodse medewerkers moesten in januari 1941 definitief vertrekken. Nog geen half jaar later – op 1 maart 1941 – kregen de 97 vaste personeelsleden met een Joodse achtergrond hun ontslag.
Levie Barbier had een Joodse moeder, maar dit was waarschijnlijk niet bekend bij de gemeente Den Haag. Hij heeft dit in ieder geval ook niet gemeld. In maart 1941 hadden namelijk zijn Joodse collega’s ontslag gekregen, maar Levie Barbier bleef gewoon doorwerken.

Dwangarbeider in Zuid-Duitsland

Levie Barbier ontkwam aan zijn ontslag, maar niet aan de Duitse arbeidsinzet. In mei 1942 vorderde de Duitse bezetter bij de Dienst Gemeentewerken van Den Haag honderd werklieden voor gedwongen tewerkstelling in Duitsland. Levie Barbier was een van de arbeiders van deze dienst die verplicht was op Duitse bodem te gaan werken.
Op 4 juni 1942 vertrok hij naar Friedrichshafen aan de Bodensee in Zuid-Duitsland. In deze stad werkten meer dan 10.000 buitenlandse arbeiders, die via de arbeidsinzet gedwongen waren in Duitsland te werken. In de stad en de omgeving waren verschillende bedrijven die werkten voor de Duitse oorlogsindustrie. Levie Barbier kwam terecht bij de Zahnradfabrik AG, waar onderdelen voor zware voertuigen werden vervaardigd. Behalve Barbier werkten hier nog ongeveer honderd andere Nederlandse dwangarbeiders.

Protest tegen het Nazi-regime

Barbier had weinig op met zijn nieuwe Duitse werkgevers of het Nazi-regime en liet dit regelmatig merken. Nadat de jongen eind februari 1943 in de Zahnradfabrik opschriften met protesten tegen het Nazi-regime had aangebracht, is hij gearresteerd. Uit de aanklacht bij het Volksgerichtshof in Berlijn blijkt dat Barbier met grote letters de volgende zinnen op de muren in een van de werkhallen van de fabriek had geschreven: ‘weg met Hitler’ en daaronder een galg met een daaraan bungelend hakenkruis, ‘Lang leve Holland’, ‘Oranje Boven’ met daarnaast een karikatuur van Adolf Hitler, ‘Zoolang het water in de zee vliet, zoolang vergaat ons Holland niet’, ‘Iedere Hollander blijft zijn landje trouw’, ‘Ik hou van Holland’ en tenslotte: ‘Duitsland zal nooit ons Vaderland worden’.

De arrestatie van Levie Barbier

Al snel ontdekten de opzichters in de Zahnradfabrik dat Levie Barbier achter de anti-Nazi-leuzen zat. Hij werd gevangengezet en voor berechting naar Berlijn getransporteerd. Hier veroordeelden de rechters van het Volksgerichtshof zonder enig mededogen de jonge Barbier ter dood wegens hoogverraad tegen de nationaalsocialistische regering.
In afwachting van de voltrekking van zijn vonnis kwam Levie Barbier in de strafgevangenis van Plötzensee in Berlijn terecht. In deze gevangenis zaten vele Duitse verzetsmensen gevangen. Een gedeelte van het in 2011 opnieuw uitgeven boek van de beroemde Duitse auteur Hans Fallada Jeder stirbt für sich allein, in de Nederlandse vertaling genaamd Alleen in Berlijn, handelt over deze gevangenis. Levie Barbier moet inderdaad achter de tralies van Plötzensee heel alleen zijn geweest.

Strafgevangenis Berlijn-Plötzensee, ca. 1930 - collectie Gedenkstätte Plötzensee

Strafgevangenis Berlijn- Plötzensee, ca. 1930 –
collectie Gedenkstätte Plötzensee

De dood van Levie Barbier

Bij een bombardement in de nacht van 3 op 4 september 1943 raakte een deel van de strafgevangenis Plötzensee – waar ook Levie Barbier gevangen zat – zwaar beschadigd. Hierop verordonneerde het Duitse ministerie van justitie de onmiddellijke uitvoering van de vonnissen van alle daar aanwezige ter dood veroordeelden om plaats in te ruimen voor nieuwe gevangenen. Dit had tot gevolg dat in de nachtelijke uren in de periode van 7 tot 12 september 1943 in deze strafgevangenis meer dan 250 slachtoffers van het Naziregime zijn opgehangen. Alleen al in de nacht van 7 op 8 september stierven op deze wijze 186 mensen, Levie Barbier was een van hen. Deze nachten staan bekend als de ‘Blutnächte von Plötzensee’ (bloednachten van Plötzensee).

Herdenkingsmonument van de Dienst Gemeentewerken

Stadhuis Den Haag, monument van Gemeentewerken met de naam van Levie Barbier -  foto D. Rhijnsburger

Stadhuis Den Haag, monument van Gemeentewerken met de naam van Levie Barbier –
foto D. Rhijnsburger

Bij de Dienst Gemeentewerken waren er al in 1944 ambtenaren die spraken over de oprichting van een monument voor in de oorlog omgekomen collega’s. Op het terrein van de Dienst Gemeentewerken aan het Groenewegje onthulde wethouder C. van den Oever op zaterdag 22 mei 1948 het gedenkteken met de namen van Levie Barbier en dertien andere oorlogsslachtoffers.
In 2010 is dit monument overgebracht naar de vierde etage van het Haagse stadhuis aan het Spui. Bij het Politiek Terras hangt deze plaquette nu bij twee andere oorlogsgedenktekens. De drie monumenten herinneren aan in de Tweede Wereldoorlog omgekomen ambtenaren van de voormalige diensten Gemeentesecretarie, Gemeentewerken en Maatschappelijk Hulpbetoon. Deze diensten zijn de voorlopers van de huidige Bestuursdienst, de Dienst Publiekszaken, de Dienst Stadsbeheer en de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheidsprojecten (SZW) van de gemeente Den Haag.
Op 4 mei 2012 tijdens de dodenherdenking in het stadhuis van Den Haag gaf ir. H. van den Berg, de toenmalige directeur van de Dienst Stadsbeheer, in zijn toespraak speciale aandacht aan Levie Barbier. Tevens verscheen op deze dag bij het Haags Gemeentearchief het boek Drie herdenkingsmonumenten met 45 namen. Haagse gemeenteambtenaren omgekomen in de Tweede Wereldoorlog. Hierin is ook het verhaal van Levie Barbier opgenomen.

Verder lezen
Sjoukje Atema en Corien Glaudemans, Drie herdenkingsmonumenten met 45 namen. Haagse gemeenteambtenaren omgekomen in de Tweede Wereldoorlog (Den Haag 2012)
Hans Fallada, Alleen in Berlijn (Amsterdam 2010; oorspronkelijke uitgave in 1949 onder de titel: Jeder stirbt fur sich allein)
Website van de gedenkplaats voor de slachtoffers van de Strafgevangenis van Plötzensee