Inleiding
Tot 3 maart 1945 was aan de Prinssesegracht 114, op de hoek van het Korte Voorhout, de Princesse Schouwburg gevestigd. Het theater was in 1915 in opdracht van Louis Bouwmeester jr. gebouwd. Behalve toneeluitvoeringen, vonden daar sinds 1917 ook bioscoopvoorstellingen plaats.
De hoofdingang van de schouwburg was op de hoek van de Prinsessegracht en het Korte Voorhout. Drie deuren gaven toegang tot de marmeren vestibule. In het theater was er in de beginjaren een rookfoyer voor de heren en een theesalon voor de dames.
Hugo Helm als theaterdirecteur
In 1924 kwam de Joodse Hugo Helm (Salomon Hugo Hellmann, geboren in Frankfurt am Main op 14 augustus 1884) naar Den Haag en werd directeur van de Princesse Schouwburg. Hij engageerde in 1926 de in Nederland populaire Fritz Hirsch Operette van de Joodse Fritz Hirsch uit het Duitse Mühlheim. Jarenlang trad het gezelschap met veel succes op. Tot mei 1940 bleef de Princesse Schouwburg de thuisbasis van dit gezelschap.
De verbouwing van 1934
Hugo Helm was verantwoordelijk voor de grote verbouwing van de Princesse Schouwburg in 1934. Zijn plan was om de zaal beter geschikt te maken voor filmvertoningen, omdat door de crisis het aantal operettevoorstellingen was teruggevallen van ongeveer 60 naar 25. De capaciteit van de theaterzaal werd uitgebreid tot ongeveer 700 zitplaatsen. Het toneel werd elf meter breed en tien meter diep en in de orkestbak was plaats voor 18-20 musici. Ook kwam er een ruimere foyer en een grotere vestiaire
Op 1 november 1934 vond de heropening van de vernieuwde schouwburg plaats. De Princesse Schouwburg bleef het huistheater van de Fritz Hirsch Operette, maar er kwamen meer bioscoopvoorstellingen met buitenlandse films uit Amerika en Frankrijk. Alleen in de weken dat het operettegezelschap van Hirsch in Den Haag optrad werden er ’s avonds geen films gedraaid.
Zowel de bioscoop als de operettes trokken na de verbouwing weer een groot publiek.
De Tweede Wereldoorlog
Al in mei 1940 moest de Princesse Schouwburg de naam wijzigen. Het theater ging verder onder de naam ‘Ambassadeur’. De Joodse theaterdirecteur Hugo Helm moest van de Duitse bezetter zijn functie neerleggen. Ook het operettegezelschap van Fritz Hirsch mocht niet meer optreden.
Hugo Helm had al zijn bezittingen op naam laten zetten van zijn Duitse ‘vriendin’ Brünnhilde. Nadat zij zijn hele fortuin toegeëigend had, wees ze hem de deur.
Ook de Princesse Schouwburg ging over in Duitse handen. Makelaarskantoor Geldens-Honings aan de Keizersgracht 305-309 in Amsterdam verkocht het gebouw. De Duitstalige verkoopadvertentie luidde: ‘Erstklassiges Kino in einer der grossten Staedte Hollands. Das Kino ist aeusserst guenstig gelegen im Zentrum der Stadt. Eine komplette, erstklassige Filmapparatur ist vorhanden’ [Eerste klasse bioscoop in een grote stad van Holland. De bioscoop is uiterst gunstig gelegen in het centrum van de stad. Een compleet, eerste klas filmapparatuur is aanwezig]. De filmapparatuur die in de advertentie is genoemd was Philips-Bauer-filmapparatuur en nog maar enkele jaren oud.
Op 26 januari 1942 kocht dr. Gerhart Heyer het gebouw aan de Prinsessegracht voor ƒ400.000,-. De bedrijfsvoering kwam in handen van A.G. van Tol en Walter Triebel kreeg een aanstelling als ‘Theater director’. Triebel was een Duitse operettezanger die van 1926 tot 1940 bij de Fritz Hirsch Operette had gespeeld.
In februari 1942 heropende de theater-bioscoop met speciale regelingen voor Wehrmacht-soldaten. Iedere maand moest gedurende één week de Duitse ‘Wochenschau’ (het nieuws) aan soldaten en ‘Angehörige der Wehrmacht’ [leden van de Wehrmacht] worden getoond. Na afloop daarvan zouden de soldaten gratis een bioscoopfilm mogen zien. Ook was er iedere woensdag- en zaterdagnamiddag tussen 16.30uur en 19.00uur een gesloten Wehrmachtsvoorstelling.
Omdat in de zomer van 1942 het Deutsche Theater in den Niederlanden de Koninklijke Schouwburg in bezit nam, moest het Haagse toneelgezelschap Residentie Tooneel verhuizen. Op 1 september 1942 nam het Residentie Tooneel de intrek in het theater aan de Prinsessegracht. Tot ver in 1944 vonden in de Princesse Schouwburg voorstellingen plaats.
Tijdens het bombardement van 3 maart 1945 is de Princesse Schouwburg door een grote brand verwoest. Op de plaats van de voormalige Princesse Schouwburg staat nu het gebouw van de Hoge raad der Nederlanden.
Hugo Helm en Fritz Hirsch hebben de Tweede Wereldoorlog niet overleefd. Fritz Hirsch is op 10 juni 1942 in Mauthausen vermoord en Hugo Helm op 27 augustus 1943 in Auschwitz.
In Den Haag zijn de Fritz Hirschlaan en het Fritz Hirschpad naar Fritz Hirsch vernoemd.
Bronnen
Krantendatabase Koninklijke Bibliotheek Delpher.nl
Henk Ambachtsheer en Corien Glaudemans, Den Haag Stad in oorlog – Stad in vrede (Den Haag 2015)
NIOD, Collectie dossiers afkomstig uit de archieven van de Omnia-Treuhandgesellschaft m.b.H., de Deutsche Revisions- und Treuhand A.G. (Zweigniederlassung Den Haag) en de Wirtschaftsprüfstelle, toegangsnummer 94f, inventarisnummer 5556
Silvia Grohs-Martin, Het verzet van Silvie. Memoires over moed en overlevingsdrang tijdens de oorlog (Amsterdam 2011) p. 85-87