In het Haagse verzet waren ook een aantal Joodse mannen en vrouwen actief. Drie van hen waren Eleazar Blei Weissmann, Paul Cohen de Boer, Guus Sanders. Zij hebben hun verzetsactiviteiten met de dood moeten bekopen.
ELEAZAR BLEI WEISSMANN
Leraar Staatswetenschappen en gemeenteambtenaar
De Joodse verzetsman Eleazar Blei Weissmann is op 30 april 1907 in Den Haag geboren. Hij had bij zijn geboorte de Turkse nationaliteit. In 1923 verwierf het gehele gezin Blei Weissmann de Nederlandse nationaliteit.
Na zijn studie werd hij leraar Staatswetenschappen. Daarnaast was hij sinds 15 maart 1939 werkzaam als ambtenaar bij de Crisis- en Distributiedienst op de Gemeentesecretarie van Den Haag. Op 1 maart 1941 is hij op last van de Duitse bezetter ontslagen vanwege zijn joodse achtergrond.
Actief in het Delftse verzet
Als onderduiker raakte Blei Weissmann bij het verzet betrokken. Hij was in Delft actief in de verzetsgroep van Jan Bruinsma en medewerker van de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (LO) in het district Delft. Blei Weissmann was één van de oprichters van het illegale blad De Gids, dat in Delft in een oplage van duizend exemplaren verscheen. Tot aan zijn arrestatie werkte hij mee aan dit blad onder de schuilnaam Eduard van Wijk. Ook was hij betrokken bij de verspreiding van het blad Toekomst.
Gearresteerd en gefusilleerd
Eleazar Blei Weissmann is op 8 februari 1945 gearresteerd. Hij zat korte tijd vast in het gebouw van de Landwacht (hulppolitie van de Duitse bezetter, die voornamelijk uit NSB’ers bestond) aan het Noordeinde 20 in Delft, daarna is hij overgebracht naar het politiebureau aan het Haagseveer in Rotterdam.
Als represaille voor een aanslag op een SS’er is Eleazar Blei Weissmann – onder zijn schuilnaam Eduard van Wijk – samen met negen andere verzetsmannen op 20 februari 1945 voor het gebouw Nijverheid en Handel op de Coolsingel 75 in Rotterdam gefusilleerd.
Ter nagedachtenis aan de gefusilleerde verzetslieden is bij de ingang van het gebouw aan de Coolsingel een monument aangebracht. Hierop staat de naam van Eleazar Blei Weissmann vermeld. Hij ligt begraven op de erebegraafplaats Crooswijk te Rotterdam.
De vader en moeder van Eleazar Blei Weissmann zijn in Auschwitz vermoord. Zijn broers Lodewijk en Maurits Blei Weissmann overleefden de oorlog. Maurits Blei Weissmann was van 1965 tot 1974 gemeentesecretaris van Den Haag. Lodewijk Blei Weissmann was directeur van de H.E.A.O. in Den Haag.
PAUL HERMAN (PAUL) COHEN DE BOER
Journalist
De Joodse verzetsman Paul Cohen de Boer is op 18 oktober 1917 in Amsterdam geboren. Hij woonde in Den Haag in de Van Aerssenstraat 11. Na zijn studie verrichtte hij journalistiek.
Verzet in Leidschendam en Den Haag
Aan het begin van de oorlog sloot hij zich aan bij de Ordedienst, een verzetsorganisatie waarin veel ex-militairen actief waren. Later nam hij deel aan bij de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (LO)/Leidschendam-Den Haag. Hij verleende hulp aan onderduikers en was actief bij overvallen op politiebureaus en postkantoren, waarbij onder meer vuurwapens en stamkaarten werden buitgemaakt.
Buchenwald
Op 22 juni 1944 werd hij in de Kettingstraat in Den Haag opgepakt en via de strafgevangenis in Scheveningen en kamp Westerbork op transport gesteld naar het concentratiekamp Buchenwald, waar hij op 14 maart 1945 op 27-jarige leeftijd is omgekomen.
GUSTAAF JOHAN SANDERS (GUUS) SANDERS
Koopman
Gustaaf Johan (Guus) Sanders is op 29 oktober 1893 in Rotterdam geboren. Hij stamde uit een geslacht van kooplieden. In Rotterdam doorliep hij de HBS, waarna hij naar het toenmalige Indië vertrok om bij de broer van zijn moeder, Izak Wolf en diens vrouw Selina Spanjaard te gaan werken.
Teruggekomen uit Indië werd Guus koopman en handelde onder andere in galanterieën. Later kwam hij in dienst bij de schatrijke Jozef Norden, die in Rotterdam een fabriek en handelsmaatschappij in blikken speelgoed en andere producten had. Vervolgens was hij tot in de oorlog directeur van fabriek en importmaatschappij van landbouw- en bouwmachines NV Techno Import. Hij huwde Selma Norden, het rijkste Joodse meisje van Rotterdam en dochter van zijn voormalige werkgever. Zij kregen twee kinderen, John Ivan en Marga.
De eerste oorlogsjaren
Na het bombardement van Rotterdam verplaatste Guus zijn bedrijf Techno Import naar de Ruyterkade 105 in Amsterdam. De familie ging wonen in Oude Wetering, waar de fabriek van Techno Import stond. In de zomer van 1942 hielp hij zijn vrouw en dochter met hun vlucht naar Zwitserland. Zoon John vertrok op eigen gelegenheid al in maart 1942 vanuit Oude Wetering, om uiteindelijk via België en Frankrijk, Zwitserland te bereiken.
Groep-Sanders, verzet in Den Haag
Guus dook onder in de Vreeswijkstraat 165 en later op het adres Beeklaan 490 en hield zich daar bezig met ondergrondse activiteiten.
Uit het archief van de Documentatiedienst van de Haagse politie en uit verklaringen van zijn vrouw Selma Norden weten we Guus Sanders in het voorjaar van 1942 zijn vrouw en kinderen naar Zwitserland heeft gezonden. Daarna is hij hulp blijven verlenen aan Joden en personen, die vanwege illegale activiteiten werden gezocht. Zijn verzetsgroep verzorgde onder andere onderduikadressen, persoonsbewijzen en bonkaarten. De groep-Sanders was vooral in Den Haag en in Amsterdam actief.
Guus Sanders kreeg onder meer hulp van Johannes Nooij, een 33-jarige gemeenteambtenaar van de hulpsecretarie in De Mildestraat in de Vesting Clingendael in Den Haag, die aan de groep-Sanders valse persoonskaarten leverde.
Een infiltrant in de Groep-Sanders
De Documentatiedienst, het onderdeel van de Haagse politie dat zich in de Tweede Wereldoorlog bezighield met het opsporen van ondergedoken Joden en verzetslieden, hield de groep van Guus Sanders geruime tijd in de gaten. De collaborateur Gustaaf Stein wist te infiltreren in de groep-Sanders. Hierdoor konden op 17 september 1943 agenten van de Documentatiedienst Sanders arresteren op zijn onderduikadres aan de Beeklaan 490. De agenten vonden hier ook een ‘administratieboek’ met adressen van onderduikers. Deze vondst had tientallen nieuwe arrestaties tot gevolg.
Door de infiltratie van Gustaaf Stein konden de agenten van de Documentatiedienst uiteindelijk ongeveer zestig Joodse onderduikers arresteren. Stein kreeg voor zijn ‘werkzaamheden’ een paar honderd gulden ‘kopfpremie’, in het Nederlands met eenzelfde macabere term ‘kopgeld’ genoemd.
15 augustus 1943 – gefusilleerd
Na zijn arrestatie zat Guus Sanders vast in het ‘Oranjehotel’ (de gevangenis in Scheveningen) en de kampen Westerbork en Vught. Uiteindelijk is hij op 15 augustus 1943 gefusilleerd in de duinen bij Bloemendaal. Op 17 november 1945 is hij bijgezet op de Erebegraafplaats te Overveen.
Zijn naam komt ook voor op de Erelijst der Namen van gevallenen . Dit boek met gekalligrafeerde namen ligt in het gebouw van de Tweede Kamer.
————————————————–
Met dank aan
– Mevrouw Machteld Sanders. Zij schreef een masterscriptie over haar grootvader Guus Sanders. Van de resultaten van haar scriptie heb ik gebruik mogen maken.
– Familieleden van Eleazar Blei Weissmann. Zij hebben aanvullende informatie over hun oom verstrekt.
————————————————–
Verder lezen:
Sjoukje Atema en Corien Glaudemans, Drie herdenkingsmonumenten met 45 namen. Haagse gemeenteambtenaren omgekomen in de Tweede Wereldoorlog (Den Haag 2012)
B. Braber, Zelfs als wij zullen verliezen. Joden in verzet en illegaliteit in Nederland 1940-1945 (Amsterdam, 1990)
Ben Braber, ‘Joods verzet’, in: Geschiedenis Magazine 3 (april/mei 2014) p. 18-21
Corien Glaudemans, ‘De Documentatiedienst van de Haagse politie in de Tweede Wereldoorlog’, in: Jaarboek van de Geschiedkundige Vereniging Die Haghe (2012) p. 53-104
Ad van Liempt, Kopgeld. Nederlandse premiejagers op zoek naar joden, 1943 (Amsterdam 2002)
Ad van Liempt en Jan Kompagnie, Jodenjacht. De onthutsende rol van de Nederlandse politie in de Tweede Wereldoorlog (Amsterdam 2011)