Duitse en Oostenrijkse vluchtelingenkinderen in Den Haag

FacebooktwitterredditpinterestlinkedinmailFacebooktwitterredditpinterestlinkedinmail

Al direct na de machtsovername door de Nazi’s in 1933 kreeg het Joodse weeshuis in de Pletterijstraat 66 in Den Haag hulpverzoeken vanuit Duitsland om kinderen in het weeshuis op te nemen. Nog in datzelfde jaar arriveerde de eerste vluchtelingen uit Duitsland, Anita Reich.

Joodse kinderen arriveren op 12 december 1938 per HTM-bus in de Copernicusstraat - De Residentiebode

Joodse kinderen arriveren op 11 december 1938 per HTM-bus in de Copernicusstraat –
De Residentiebode

Duitse vluchtelingen

Na de machtsovername door de Nazi’s verlieten tussen 1933 en 1937 ongeveer 140.000 Joden Duitsland. Geschat wordt dat circa 35.000 Joodse vluchtelingen – soms voor kortere tijd – in Nederland verbleven. De Nederlandse regering probeerde de stroom Joodse vluchtelingen een halt toe te roepen en sloot de grens met Duitsland. Na de pogroms tegen de Duitse Joden in de Kristallnacht op 9 en 10 november 1938 ontstond er druk vanuit de Nederlandse bevolking om Joodse kinderen toe te laten. De regering stemde toe mits de Joodse gemeenschap alle kosten voor de opvang zou dragen.

Vluchtelingenkinderen in het Joodse weeshuis

Pletterijstraat 66 - voormalig Joods Weeshuis in 2011

Pletterijstraat 66 -voormalig Joods Weeshuis in 2011

In 1933 besloot het bestuur van het weeshuis aan de Pletterijstraat 66 tot een reglementsherziening waardoor het ook mogelijk werd niet-wezen op te nemen. Deze herziening was nodig, omdat de bestuursleden zich bereid hadden verklaard ook Joodse vluchtelingenkinderen uit Duitsland op te nemen. Het Ministerie van Justitie verleende toestemming tot de opname van de kinderen, mits zij nadrukkelijk een opleiding zouden krijgen voor uitzending naar Palestina.
De ouders die hun kinderen naar Nederland stuurden, meenden dat zij hier veiliger zouden zijn, dan in Duitsland. Anita Reich kwam in 1933, in 1933 en 1934 volgden dertien andere kinderen. Ook in de jaren nadien bleven jonge Joodse kinderen uit Duitsland naar het Haagse weeshuis komen. De toegenomen kinderschare in het weeshuis bracht een verbouwing van het weeshuis met zich mee. Op de zolder kwamen nieuwe bedden en verwarmingsradiatoren.

Video: Opvang van Joodse vluchtelingenkinderen op het landgoed Ockenburgh, bron: YouTube en Erfgoedhuis Zuid-Holland m.m.v. Stichting Joods Erfgoed Den Haag

De kindertransporten

Na de Kristallnacht in november 1938 werden speciale transporten van Joodse vluchtenkinderen uit Duitsland en Oostenrijk georganiseerd. Naar Engeland vertrokken circa 8000 kinderen. Bijna 2000 jonge vluchtelingen kwamen tussen november 1938 en september 1939 in Nederland terecht, waarvan er ongeveer zeshonderd doorreisden naar Engeland of de Verenigde Staten. Een klein aantal vertrok naar België of Frankrijk, omdat andere familieleden daarheen waren gevlucht.

Chauffeur van de HTM-bus begeleidt op 12 december 1938 de Oosterijkse vluchtelingenkinderen vanuit Hoek van Holland naar Den Haag - De Residentiebode

Chauffeur van de HTM-bus begeleidt op 11 december 1938 de Oosterijkse vluchtelingenkinderen vanuit Hoek van Holland naar Den Haag –
De Residentiebode

In quarantaine in de Copernicusstraat

Op 11 december 1938 kwam het eerste kindertransport uit Wenen per trein aan in Nederland. Dames van het Haagsche en Rotterdamsche vluchtelingencomité vergezelden de kinderen vanaf Nijmegen naar Hoek van Holland. Vijfhonderd kinderen reisden direct door naar Engeland. Voor de overige 102 Joodse jongens en meisjes stonden vier autobussen klaar, die ze naar Den Haag brachten. In de Nieuwe Haven controleerden artsen de gezondheid van de kinderen. Vervolgens vervoerden HTM-bussen de kinderen naar de leegstaande openbare school aan de Copernicusstraat 159, waar de kinderen enige weken in quarantaine werden gehouden.

Opvang in buitenplaats Ockenburgh in Loosduinen

In januari 1939 vonden de meeste kinderen een nieuw onderdak in de zeventiende-eeuwse buitenplaats Ockenburgh Monsterseweg 4-6 in Loosduinen. Zij kregen hier onderwijs en hielpen in de schooltuinen. In september 1939 verhuisden zij tezamen met alle Joodse vluchtelingenkinderen uit de regio Den Haag naar Huis ten Vijver.

Opvang in de buitenplaatsen Cromvliet en Overvoorde in Rijswijk

In Rijswijk werden de buitenplaatsen Overvoorde aan de Van Vredenburchweg 174 en Cromvliet aan de Beetslaan 251 gereed gemaakt voor bewoning door de vluchtelingenkinderen. In deze gebouwen verbleven circa honderd Joodse kinderen van januari 1939 tot aan hun verhuizing naar Huis ten Vijver in september 1939.

Huis ten Vijver - foto collectie Haags Gemeentearchief

Huis ten Vijver –
foto collectie Haags Gemeentearchief

Opvang in Huis ten Vijver

Villa Huis ten Vijver was door de zakenman Anton Kröller en zijn echtgenote de kunstverzamelaarster Helene Kröller-Müller in 1902 gebouwd bij de Scheveningse waterpartij aan de Dwarsweg 1. Zij woonden hier tot 1916. De eigenaar Sigismundo Edelstein bood in 1939 aan het pand kosteloos in bruikleen te geven voor de opvang van Joodse vluchtelingenkinderen. Na het herstel van de waterleidingen en de centrale verwarming kwamen in april 1939 de meeste van de 150 vluchtelingetjes uit de regio Den Haag naar dit huis.
Miriam Keesing doet onderzoek naar de opvang van Joodse vluchtelingenkinderen in Nederland. Op haar website zijn de verhalen van een aantal kinderen over hun verblijf in Huis ten Vijver te lezen. De vluchtelingen waren onder de indruk van de luxe van het gebouw en hebben positieve herinneringen aan de periode dat zij hier woonden.
Tot de inval van de Duitsers in Nederland verbleven de kinderen in dit mooie onderkomen. Al direct in mei 1940 moesten zij de villa verlaten en vertrekken naar pleeggezinnen in Den Haag. Huis ten Vijver is in 1943 afgebroken voor de aanleg van de Atlantikwall.

Joodse vluchtelingkinderen voor Huis ten Vijver, ca. 1940 – foto afkomstig van George Tscherny, collectie Miriam Keesing

Joodse vluchtelingkinderen voor Huis ten Vijver, ca. 1940 –
foto afkomstig van George Tscherny,
collectie Miriam Keesing

Verder lezen

I.B. van Creveld, ‘Hulp aan wezen’ in oorlogstijd (Den Haag 2004)

Website van Miriam Keesing over haar onderzoek naar de opvang van Joodse vluchtelingenkinderen in Nederland; Stichting Duitse Oorlogskinderen in Nederland: http://www.dokin.nl/

De permanente tentoonstelling ‘Komen en gaan’ in het Museon geeft uitgebreide informatie over de geschiedenis van vluchtelingen en migratie in Nederland. Veel aandacht is er voor Duitse en Oostenrijkse vluchtelingen(kinderen).