Michel Godefroi (1813-1882), de eerste Joodse minister van Nederland

FacebooktwitterredditpinterestlinkedinmailFacebooktwitterredditpinterestlinkedinmail

Michel Henri Godefroi, omstreeks 1860 –
foto Ghémar Frères

Michel Godefroi (1813-1882), was het eerste Joodse Tweede Kamerlid en de eerste Joodse minister. Hij woonde van 1853 tot 1882 in Den Haag. Samen met zijn echtgenote Judith (Julie) Machiels ligt hij begraven op de Joodse begraafplaats in Scheveningen.

Jeugd en opleiding
Michel Henricus (Michel) Godefroi werd op 16 december 1813 in Amsterdam geboren als zoon van Henry Godschalk (Hirsch ben Getschlik) Godefroi en Mietje Nathan Salomons. Hij groeide op in Amsterdam en studeerde daar rechten aan het atheneum. Op 31 mei 1837 promoveerde hij in Leiden tot doctor in de rechtswetenschappen. Hij was gehuwd met Judith (Julie) Machiels (2 mei 1814 te Amsterdam – 4 oktober 1902 te Den Haag).
Zijn zus Rosette Godefroi trouwde met Carel Daniël Asser. Zij waren de ouders van de beroemde jurist en winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede Tobias Asser.

Advocaat in Amsterdam
Na zijn promotie vestigde Michel Godefroi zich in 1837 als advocaat te Amsterdam. Van 1842-1846 was hij tevens substituut-officier van justitie aan de Amsterdamse rechtbank. In 1846 volgde zijn benoeming tot raadsheer in het toenmalig Provinciaal gerechtshof van Noord-Holland. Ofschoon Godefroi in 1853 naar Den Haag verhuisde bleef hij tot 1860 en zijn benoeming als Minister van Justitie verbonden aan het Noord-Hollands gerechtshof.
Tot zijn benoeming in de Tweede Kamer was sinds Godefroi voorzitter van de Hoofdcommissie tot de zaken der Israëlieten, waar hij opkwam voor de belangen van de Nederlandse Joden.

Het eerste Joodse Tweede kamerlid
Na de grondwetswijziging van 1848 werd Godefroi door het Kiesdistrict Amsterdam verkiesbaar gesteld voor het lidmaatschap van de Tweede kamer. De (conservatief)liberale Godefroi was in 1849 de eerste Jood die tot de Tweede kamer toetrad. Bijna onafgebroken tot aan zijn dood in 1882 had hij sedertdien zitting in de Tweede Kamer. Kamerleden roemden zijn juridische kennis en redenaarstalenten.

De eerste Joodse minister van Nederland
De grote juridische kennis van Godefroi was ook de liberale politicus Johan Rudolf Thorbecke opgevallen. Al in 1852 schoof Thorbecke het kamerlid naar voren voor een ministerspost, omdat hij het belangrijk vond dat de geleerde Joodse jurist zou gaan deelnemen aan zijn kabinet. Op deze wijze wilde Thorbecke laten zien dat Nederland echt in een liberaal land was veranderd. Koning Willem II vond het echter maar niets en protesteerde. Godefroi hield daarop de eer aan zichzelf en trok zich terug en meldde naar buitenwereld dat hij dit deed vanwege gezondheidsredenen.
In 1860 werd hij opnieuw gevraagd voor een ministerspost. Maar weer Willem III uitte bezwaren, ditmaal accepteerde Godefroi evenwel het ministersambt en vervulde die in twee opeenvolgende, korte kabinetten Van Hall/Van Heemstra (1860-1861) en Van Zuylen van Nijevelt/Van Heemstra (1861-1862). In 1862 was hij weer gewoon kamerlid. Godefroi leed aan doofheid, maar leerde stenografie, zodat hij het stenogram nog tijdens het debat kon lezen.
Als minister bracht Godefroi in 1861 de Wet op de Raad van State tot stand. Tijdens zijn ministerschap kwam ook een nieuwe wet op de rechterlijke organisatie tot stand kwam.
Kort voor zijn overlijden in de jaren 1880-1881 speelde Godefroi een belangrijke rol bij de totstandkoming van het Wetboek van Strafrecht. In 1881 werd Godefroi tot minister van Staat benoemd.

Lange Vijverberg 15, woonhuis van Michel Godefroi en zijn echtgenote Julie Machiels van 1867-1873 –
fotocollectie Haags Gemeentearchief

Verhuizing naar Den Haag
In Amsterdam woonde Godefroi in een groot herenhuis aan de Herengracht, eerst op 557 en later op 459. In het Amsterdamse bevolkingsregister komt hij evenwel na 1853 niet meer voor.
Na zijn benoeming tot kamerlid verhuisde Godefroi in 1853 naar Den Haag en woonde daar op verschillende adressen: Denneweg 88 (1853-1854), Lange Houtstraat 64 (1855-1859), Lange Houtstraat 6 (1859-1860), Herengracht 13 (1861-1867), Lange Vijverberg 17 ( 1867-1871), Lange Vijverberg 15 (1871-1876) en tenslotte in een statige villa aan de Zeestraat 73 (1876-1882).

Tegen discriminatie van Joden in binnen- en buitenland
Michel Godefroi staat symbool voor de emancipatie van de Nederlandse Joden. Hij wilde deelnemen aan het landsbestuur, maar ging niet voorbij aan de eigen Joodse achtergrond. Het openbaar onderwijs verdedigde hij vol overtuiging. Volgens zijn overtuiging konden Joodse kinderen het beste in de Nederlandse samenleving integreren via deze vorm van onderwijs
In de Tweede Kamer verzette Godefroi tegen de geringe overheidsbijdrage aan de Joodse gemeenschap in Nederland en protesteerde hij heftig tegen discriminatie van Joden in het buitenland.
In 1862 adviseerde hij de Nederlandse regering te weigeren een handelsovereenkomst met Zwitserland te ratificeren, vanwege de discriminatie van Joden in verschillende Zwitserse kantons. Zijn woorden hadden effect en Zwitserse Joden kregen meer rechten.
In de Tweede kamer uitte hij scherp zijn afkeuring over de vervolging van Joden in Rusland en Roemenië, maar ook tegen het Duitse antisemitisme. In 1872 liet Godefroy in de Tweede Kamer zijn stem horen tegen wijze waarop Joden in Roemenië werden gediscrimineerd. Vier jaar later herhaalde hij zijn woorden opnieuw en drong erop aan dat een handelsakkoord met Roemenië pas zou worden ondertekend als de situatie in Roemenië was verbeterd. Deze laatste speech bleef niet zonder gevolgen. De handelsovereenkomst werd uitgesteld en pas ondertekend na de dood van Godefroi in 1882.

Zeestraat 73, woonhuis van Michel Godefroi en zijn echtgenote Julie Machiels van 1873-1882. De kollosale villa is omstreeks 1930 afgebroken –
fotocollectie Haags Gemeentearchief


Begraven op de Joodse begraafplaats aan de Scheveningseweg
In 1882 werd Godefroi ziek. Hij trok zich gedurende een korte tijd terug in een kuuroord in het Duitse Würzburg. Hier overleed hij op 25 juni 1882. Op donderdag 29 juni is zijn lichaam teruggebracht naar Den Haag en op dezelfde dag is hij begraven op de Joodse begraafplaats aan de Scheveningseweg.
Een achttal koetsen met familie en vrienden volgde de lijkwagen. Bij de begrafenis waren zeer veel mensen aanwezig. Naar de uitvaart kwamen verschillende ministers en oud-ministers, leden van de Tweede en Eerste Kamer, leden van de Raad van State en de Hoge Raad , rechters en advocaten. Het ministerie van Justitie was op de middag van de begrafenis gesloten.
Opperrabbijn Samuel Berisch Berenstein herdacht Godefroi aan het graf. Kranten schreven dat Berenstein ‘zijn braafheid en rechtvaardigheid prees en vooral zijn verdediging der Israëlietische belangen om der wille van het recht waardeerde.’ Ook Minister van justitie, Anthony Modderman, roemde de overledene.

Julie Machiels, de echtgenote van Michel Godefroi, overleefde haar man twintig jaar. Zij stierf op 4 oktober 1902 en is in het graf naast haar man op de Joodse begraafplaats in Scheveningen begraven.

Verder lezen

‘Uit het leven van Mr. M.H. Godefroi (1813-1882)’, in NIW, 11-7-1919

Isidore Singer, Max Cohen, Godefroi, Michael H., in: Jewish Encyclopedia 1906

‘M.H. Godefroi’, website Parlement & Politiek

Tirtsah Levie Bernfeld en Bart Wallet, Canon van 700 jaar Joods Nederland , lemma Michel Henri Godefroi (1813-1883): de eerste Joodse minister