
In 1934 besloot het gezin Schaeffer het nazistische Duitsland te verlaten en vanuit Berlijn naar Den Haag te verhuizen. Herbert Schaeffer en Paula Schaeffer-May huurden aan de Van Stolklaan 1 een fraaie villa en begonnen daar een pension. Na de Duitse bezetting in mei 1940 verhuisde het gezin Schaeffer en openden daar opnieuw een pension, ditmaal met Joodse gasten. Dochter Dorit ging als verpleegster werken in de psychiatrische inrichting Apeldoornse Bosch. De oorlogsjaren werden getekend door deportatie en onderduik, maar alle leden van het gezin Schaeffer overleefden de oorlog.