De beroemde Joodse denker Spinoza is als enige filosoof opgenomen in de Geschiedeniscanon van Nederland.
Een traditioneel Joodse opvoeding
Baruch de Spinoza (Baruch d’Espinoza, Bento Despinoza, Benedict de Spinoza,1632-1677) werd op 24 november 1632 in Amsterdam geboren als derde kind van de vooraanstaande Portugees-Joodse koopman Michael de Spinoza en zijn vrouw Hanna Deborah D’Espinoza. Zijn ouders waren afstammelingen van zogenoemde ‘marranen’, Joden die in Spanje of Portugal onder dwang waren gedoopt en die begin zeventiende eeuw naar Amsterdam waren gekomen om er openlijk tot het Jodendom te kunnen terugkeren. Spinoza ontving een traditioneel Joodse opvoeding, leerde Hebreeuws en bestudeerde Tora, Talmoed en Joodse filosofie. Daarnaast hield hij zich bezig met meer wereldse onderwerpen als natuurwetenschap en astronomie.
1656: In de ban
Toen zijn vader in 1654 overleed, Spinoza was toen 22 jaar oud, begon hij samen met zijn broer Gabril een exportfirma in fruit. Het was in deze periode dat bij hem de opvattingen ontstonden die wellicht hebben bijgedragen aan de ban, die in 1656 over hem is uitgesproken.
Spinoza kende de Bijbel uit het hoofd en trof er tal van tegenstrijdigheden in aan. Wonderen achtte hij in strijd met zowel de rede als de natuurwetten. Ook geloofde hij niet in de onsterfelijkheid van de ziel. Spinoza gaf een aanzet tot een vrijzinnige uitleg van de Bijbel en wees onder meer op het grote belang van de vrijheid van meningsuiting. Voor Spinoza was niet de goddelijke openbaring in de bijbel, maar het menselijk verstand de leidraad tot de waarheid. Deze radicale opvattingen ondermijnden het gezag van de rabbijnen, de Joodse en de christelijke gemeenschap.
Bovendien bracht hij de positie van de Joodse gemeenschap – die vooral in Amsterdam werd geduld om de economische voordelen die zij de stad bracht – in gevaar toen zijn bedrijf failliet werd verklaard vanwege problemen rond de nalatenschap van zijn ouders. Of het nu om zijn radicale opvattingen was of door dit faillissement, in 1656 is over Spinoza een cherem uitgesproken, een ban waardoor hij buiten de Joodse gemeenschap werd geplaatst.
Filosoof en lenzenslijper
Spinoza leerde lenzen te slijpen, wat in de zeventiende eeuw een belangrijke technologie was. Hij stond bekend om de hoge kwaliteit van zijn lenzen en werkte samen met de belangrijkste Nederlandse wetenschapper van die tijd, Christiaan Huygens. Het lenzenslijpen zou hem zijn hele leven een aanzienlijk deel van zijn inkomsten verschaffen.
1669-1677 Spinoza in Den Haag
Omstreeks 1660 verliet Spinoza Amsterdam en vestigde zich in Rijnsburg. In 1669 vestigde de beroemde wijsgeer zich in Den Haag aan de Stille Veerkade. In 1672 verhuisde hij naar het uit 1646 daterende woonhuis aan de Paviljoensgracht 72 en huurde er een kleine kamer op de tweede verdieping. Hier is de wijsgeer op zondag 21 februari 1677 aan de gevolgen van tuberculose overleden. Door de ban mocht Spinoza niet op Joodse wijze en op een Joods kerkhof worden begraven. Zijn vrienden zorgden voor een graf in de Nieuwe Kerk in Den Haag, waar hij op 25 februari 1677 met een grote plechtigheid werd begraven. Dit huurgraf is in 1738 geruimd.
Grafmonument achter de Nieuwe Kerk
Na ruiming van het huurgraf in 1738, werd mogelijk zijn gebeente onder de grond van de kerktuin van de Nieuwe Kerk verspreid. Daar hadden bewonderaars van Spinoza geen vrede mee. Zij zorgden dat er in 1927 achter de kerk een gedenkplaat kwam te liggen. Ter herdenking van Spinoza’s 250ste sterfdag onthulde Johan Carp op 21 februari 1927 de grafsteen met Latijns opschrift, vertaald als: ‘Deze aarde dekt het gebeente van Benedictus de Spinoza, oudtijds in de Nieuwe Kerk begraven’. Boven de spreuk prijkt het gebeitelde ovaal van Spinoza’s zegel CAUTE (voorzichtig).
In 1956 werd aan de grondplaat op het vroegere kerkhof van de Nieuwe Kerk ter nagedachtenis aan Spinoza een grafmonument toegevoegd. David Ben Goerion (1886-1973), de eerste premier van Israël en een groot bewonderaar van Spinoza, bezocht dit monument, toen hij in 1958 op officieel bezoek was in Den Haag. Op zijn verzoek is in het monument een zwarte basaltsteen uit de bergen van Galilea aangebracht met de tekst ‘Amcha’ (Uw Volk). Opmerkelijk is dat dit grafmonument ongeveer staat op de plaats waar in 1694 de eerste Asjkenazische synagoge van Den Haag heeft gestaan.
Meer lezen: