
Een van de beroemdste Joodse Hagenaars in de achttiende eeuw was de Asjkenazische bankier Tobias Boas (1696-1782), de zoon van een Poolse immigrant.
Aan de Rijswijkseweg 512 was van 1915 tot eind jaren tachtig het imposante fabrieksgebouw van papierhandel en kantoorartikelen NV Esveha gevestigd.
De naam Esveha is ontleend aan de oprichter en de eerste vestigingsplaats van de onderneming. In 1878 begon Ph. Simons (1834-1904) een kartonnagefabriekje aan de Stille Veerkade in Den Haag en voerde als fabrieksmerk de letters S.V.H.: Simons-Veerkade-Haag.
Het naoorlogse gemeentebestuur van Den Haag confronteerde teruggekeerde Joodse huiseigenaren met naheffing van erfpacht en straatgeld over de periode dat zij ondergedoken zaten of in concentratiekampen verbleven. Ondanks protesten van de aangeslagen eigenaren en van een aantal gemeenteraadsleden, die een beroep deden op een billijke behandeling, besloot de gemeente niet van invordering af te zien.
Op 25 oktober 2015 verscheen het boek ‘Hier woonden wij. Hoe een stad zijn Joodse verleden herontdekt’ . De auteurs beschrijven het Joodse leven in Scheveningen vanaf circa 1900 tot aan de deportatie van de Joden in de Tweede Wereldoorlog. De focus van het boek ligt vooral op één Scheveningse straat: de Harstenhoekweg.
Vanaf 1750 vestigden zich enkele Joodse families in het Westland. Aan het eind van de 18de eeuw was het aantal Joden in dit gebied zo toegenomen, dat werd besloten een eigen Joodse gemeente op te richten. De auteurs van het boek ‘Joods leven in het Westland’ beschrijven uitgebreid de Joodse geschiedenis van dit gebied.
Na de Nederlandse capitulatie op 14 mei 1940 probeerden veel Joodse gezinnen op het allerlaatste moment via de haven van Scheveningen te ontkomen naar Engeland. Vissers wilden niet uitvaren. Vier studenten, die zich wilden aansluiten bij het Britse leger, weten de reddingsboot Zeemanshoop te stelen. Ook anderen wilden mee. Met meer dan veertig personen, de meeste Joden, verlieten die dag om negen uur ’s avonds de Scheveningse haven.
De NIG Den Haag toonde op 9 juli aan vertegenwoordigers van de Haagse gemeente, de provinciale en de landelijke overheid het nieuwe CHAJ – Centrum voor Haagse Jiddisjkeit, het centrum ‘waar het verleden tot leven komt in het heden’. Het Haags Gemeentearchief is betrokken bij de permanente historische tentoonstelling in het centrum.
Op 3 mei vindt de derde editie van Open Joodse Huizen plaats in Den Haag, georganiseerd door de stichting Joods Erfgoed den Haag, in samenwerking met het Joods Cultureel Kwartier. Open Joodse Huizen is een project met persoonlijke herdenkingen in huizen en andere gebouwen van waaruit joodse bewoners tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn weggevoerd.
Van 26 mei tot 1 juli 1778 was de geleerde Joodse wereldreiziger Chaïm Joseph David Azulai (Chida) (1724-1806) uit Palestina in Den Haag. Deze beroemde rabbijn hield een reiskroniek bij, waarin hij ook over zijn belevenissen in Den Haag schreef. Hij huwde in 1742 Sarah. Na het overlijden in 1773 van zijn eerste echtgenote hertrouwde hij in 1778 met Rachel, met wie hij tot aan zijn dood gehuwd zou blijven.
De Joodse beeldend kunstenaar Ralph Prins (88) is op 23 januari 2015 in zijn woonplaats Den Haag overleden. Prins was een veelzijdig kunstenaar en maakte onder andere foto’s en grafische ontwerpen. Zijn affiches, waaronder werken in opdracht van UNESCO, toneelgezelschappen en Amnesty International, zijn geëxposeerd in binnen- en buitenland. Beroemd is zijn ontwerp voor het Nationaal Monument Kamp Westerbork. Hij ontwierp ook tal van andere oorlogsmonumenten.
Ongeveer tachtig mensen waren zondag in het Nutshuis aanwezig bij de lezingen van Mieke Tillema en Ewoud Sanders. Ook voor de andere activiteiten was veel belangstelling. Zoals individuele en begeleide rondwandelingen langs het Joods cultureel erfgoed, de Joodse begraafplaats aan de Scheveningseweg (meer dan 600 bezoekers) of de synagoge van de Nederlands Israëlietische Gemeente (N.I.G.) bezoeken.