Achter de statige gele gevel van het monumentale herenhuis aan de Prinsegracht 65 was tot aan het begin van de vorige eeuw het ‘Israëlitisch Ziekenhuis’ gevestigd. Dit Joods ziekenhuis heeft slechts iets langer dan dertig jaar bestaan en moest vanwege geldproblemen in 1904 de deuren sluiten.
Zorg voor Joodse patiënten in het Gemeenteziekenhuis Zuidwal
In Den Haag stond een Gemeenteziekenhuis aan de Zuidwal. De Nederlands Israëlietische Gemeente (NIG) zorgde ervoor dat de Joodse patiënten daar koosjer voedsel kregen en droeg hiervoor de kosten. Er waren in het Zuidwalziekenhuis twee aparte ziekenzalen voor Joodse patiënten. Het ziekenhuis kampte echter met ruimtegebrek en besloot omstreeks 1870 deze speciale ziekenzalen op te heffen.
‘Israëlitisch Ziekenhuis’ aan de Prinsegracht 65
Na de sluiting van de Joodse ziekenzalen in het Zuidwalziekenhuis hielden Joodse Hagenaars een inzameling voor de totstandkoming van een eigen ziekenhuis in Den Haag. In 1873 waren er voldoende financiële middelen om het ‘Israëlitisch Ziekenhuis’ aan de Prinsegracht 65 te openen. Belangrijk was dat Joodse
zieken hier koosjer voedsel konden krijgen. In de periode 1873-1904 werden gemiddeld vijftig patiënten per jaar in het ziekenhuis verpleegd, die er – ook weer gemiddeld – 33 dagen doorbrachten.
Het Joodse ziekenhuis heeft echter nog geen dertig jaar bestaan. Bij gebrek aan kapitaal moest het ziekenhuis al in 1904 de deuren sluiten. Voor de speciale zorg voor Joodse zieken trad het bestuur van de NIG in overleg met het Gemeenteziekenhuis aan de Zuidwal. Na 1917 konden Joodse patiënten ook in dit ziekenhuis koosjer voedsel krijgen.
Rijksmonument
Het gebouw aan de Prinsegracht 65, waar van 1873-1904 het Israëlitisch Ziekenhuis was gevestigd, dateert van omstreeks 1700 en is een rijksmonument.