In Scheveningen woonde tussen de twee wereldoorlogen een grote gemeenschap van Joden uit Oost-Europa. Velen van hen waren door de Russische pogroms en voor de dreiging en de gevaren van de Eerste Wereldoorlog naar Nederland gevlucht. Zij hadden sedert 1922 synagogen en er waren veel winkels met Joodse eigenaren. In de jaren 1930 kwamen daar Duitse en Oostenrijkse vluchtelingen voor Nazi-Duitsland bij. Maar al snel na de bezetting moesten Joden het kustgebied verlaten.