
In de 18de eeuw zien we dat de Asjkenazisch-Joodse gemeente in Den Haag gaat groeien en intellectueel gaat bloeien. Centraal stonden in deze ontwikkeling de familie Boas en opperrabbijn Saul Halevi.
Van 1920 tot 1940 woonde de familie Perlman in Scheveningen. Abraham Perlman had daar aan de Arnhemsestraat en de Gentsestraat een bakkerij annex groente- en fruitwinkel. Het was een hard bestaan om voor het grote gezin de kost te verdienen. Toen de zaken eindelijk begonnen te lopen brak de Tweede Wereldoorlog. Alle familieleden wisten naar de Verenigde Staten te ontkomen.
Den Haag doet ook dit jaar weer mee aan het programma Open Joodse Huizen/Huizen van Verzet, een landelijk programma van ‘sprekende herdenkingen’. Dit jaar kunt u weer als vanouds in huizen en op andere locaties naar verhalen luisteren. Op 3 en 4 mei vertellen tijdgetuigen, historici, onderzoekers, schrijvers en bewoners van huizen over onderduik, verzet of over het Joodse leven na de oorlog.
Het Haags Gemeentearchief deed een bijzondere oproep: ‘Wie herkent de mensen op deze filmbeelden?’ Het leidde tot veel reacties van het publiek, die het mogelijk hebben gemaakt de mensen in het filmpje te identificeren. Het gaat om de leden van een Joods gezin: Barend Sander de Groot, Eva de Groot-Allegro, met hun dochters Anna Thea en Theodora Anna. De film is vermoedelijk gemaakt in de zomer van 1941. Het hele gezin is op 11 juni 1943 in kamp Sobibor vermoord. Maar er zijn nog steeds vragen.
Over de geschiedenis van de broers Bernard en Jaap Matz uit Scheveningen schreef Dennis Koopman een indrukwekkend boek. De broers wisten in de Tweede Wereldoorlog verschillende keren op het nippertje uit handen van de bezetter te blijven. Ze schuilen in Den Haag en omstreken, in Baarn, Delft en uiteindelijk op een boerderij in Schipluiden.
Het Haags Historisch Museum organiseert van 2 juli tot en met 13 november een grote tentoonstelling over de geschiedenis van Joods Den Haag.
Naast stukken uit het Haags Gemeentearchief en de eigen museumcollectie zijn bijzondere voorwerpen te zien van particulieren en uit de collecties van de Haagse Liberaal Joodse Gemeente en de Nederlands Israëlitische Gemeente Den Haag. Ook geeft het Joods Historisch Museum een groot aantal objecten in bruikleen.
Op donderdagmiddag 26 april presenteerden auteurs Paul Vigeveno en Jan Stoutenbeek in het Joods Historisch Museum hun ‘Gids van joods erfgoed in Nederland’. Per streek en plaats beschrijven zij vele gebouwen, monumenten, plekken en objecten die te maken hebben met de Joodse cultuur, religie en geschiedenis in Nederland.
In een woonhuis aan de Haagse Denneweg trof historicus Hans Pols een koffer aan met foto’s, correspondentie en andere papieren afkomstig van Ies Bachrach (1914-2000). De documenten dateren uit de periode september 1942 tot en met 1945 en beschrijven de vlucht van de Joodse Bachrach uit bezet Nederland en de tijd dat hij als vluchteling in Zwitserland verbleef.
Na de Nederlandse capitulatie op 14 mei 1940 probeerden veel Joodse gezinnen op het allerlaatste moment via de haven van Scheveningen te ontkomen naar Engeland. Vissers wilden niet uitvaren. Vier studenten, die zich wilden aansluiten bij het Britse leger, weten de reddingsboot Zeemanshoop te stelen. Ook anderen wilden mee. Met meer dan veertig personen, de meeste Joden, verlieten die dag om negen uur ’s avonds de Scheveningse haven.