Ontkomen uit Scheveningen met de Zeemanshoop

FacebooktwitterredditpinterestlinkedinmailFacebooktwitterredditpinterestlinkedinmail

2015-07-23 boek VerbaanNa de Nederlandse capitulatie op 14 mei 1940 probeerden veel Joodse gezinnen op het allerlaatste moment via de haven van Scheveningen te ontkomen naar Engeland. Vissers wilden niet uitvaren. Vier studenten, die zich wilden aansluiten bij het Britse leger, weten de reddingsboot Zeemanshoop te stelen. Ook anderen wilden mee. Met meer dan veertig personen, de meeste Joden, verlieten de studenten die dag om negen uur ’s avonds de Scheveningse haven. Over de wonderbaarlijke ontsnapping met de Zeemanshoop schreef journalist Danny Verbaan het boek ‘Weg! Ontsnapt aan de Duitse bezetting’.

Paniek in de Scheveningse haven

Hun hoop dat Nederland net als in de Eerste Wereldoorlog neutraal zou blijven, zagen veel Nederlanders met de inval van de Duitsers op 10 mei 1940 in rook opgaan. In paniek probeerde een groot aantal Joden in een van de havens aan de zeekust vissers te overtuigen naar Engeland te varen. In Scheveningen wilde echter geen enkele visser uitvaren.

Een driest plan van vier studenten

Vier niet-Joodse studenten wilden ook naar Engeland. Eén van hen opperde het idee de reddingsboot Zeemanshoop van de Noord- en Zuid-Hollandsche Reddingmaatschappij (NZHRM) te kapen en hiermee de zee op te gaan. Dit schip lag sinds 1925 in de haven van Scheveningen en was al 53 keer bij reddingsoperaties betrokken geweest. Bij het starten van de motor van het schip bood de Scheveninger visser Tinus Rog een helpende hand.
Schipper Tinus Bruin van de NZHRM arriveerde op de avond van 14 mei te laat in de Scheveningse haven. Hij zag rond 9 uur ’s avonds nog net zijn schip wegvaren. De volgende dag deed hij aangifte bij de Haagse politie van zijn verdwenen reddingsboot.

Joodse vluchtelingen

Vluchtelingen in de Scheveningse haven hoorden de motoren van de Zeemanshoop aanslaan, renden naar de boot en sprongen aan boord. Van de 42 vluchtelingen aan boord bleken er 24 een Joodse achtergrond te hebben. Aan boord waren ook Joden die al eerder uit Duitsland of Oostenrijk was gevlucht, zoals de wetenschapper Otto Neurath, die met zijn Weense partner Marie Reidemeister sinds 1934 in Den Haag woonde en het echtpaar Munzer-Gurtz, dat pas kort tevoren in de Residentie was aangekomen.
Vele andere Joodse vluchtelingen op de Zeemanshoop waren eveneens uit Den Haag afkomstig, zoals de kritische journalist Joop van der Laan die regelmatig over de wandaden van de Nazi’s in Duitsland had gepubliceerd, advocaat Wim Belinfante en zijn zus Ada, bibliothecaresse in het Vredespaleis, of Loet Velmans met zijn ouders uit het Belgisch Park. Moeder Anna was werkzaam als inkoopster bij De Bijenkorf. Ook twee tantes van Loet Velmans bereikten met hun echtgenoten de boot.
Een andere Joodse opvarende was de welvarende Leo Polak, jurist bij de Octrooiraad. Hij woonde met zijn echtgenote Lucie Polak- van de Bergh en zoon Thijs in een vrijstaand huis in het Statenkwartier. Leo Polak had voor de bezetting al kenbaar gemaakt dat de Duitsers het leven voor de Joden in een bezet Nederland onmogelijk zouden maken en had daarom besloten alles achter zich te laten en met zijn gezin en neef Herman Marx te vluchten.

De Zeemanshoop in actie bij het redden van de logger Maarten, SCH 102, die in Scheveningen bij het Noorderhoofd was gestrand op 9 oktober 1938 - collectie Haags Gemeentearchief

De Zeemanshoop in actie bij het redden van de logger Maarten, SCH 102, die in Scheveningen bij het Noorderhoofd was gestrand op 9 oktober 1938 –
collectie Haags Gemeentearchief

Paniek aan boord

Al voor het vertrek uit de Scheveningse haven bleek dat De Zeemanshoop te vol was. Op zee uitten passagiers tegen de studenten hun zorgen over een ontdekking door de Luftwaffe of de Kriegsmarine. Het was ook onbekend of de hoeveelheid brandstof toereikend genoeg was om Engeland te bereiken. Bovendien lag de zee ligt vol mijnen. Sommige vluchtelingen raakten in paniek en wilden terug naar Nederland. Student Harry Hack maakte de groep duidelijk dat dit geen optie was: ‘We zijn niet weggegaan om nu weer terug te keren [… ] We varen door!´.

Redding

Uiteindelijk lukte het de vluchtelingen Engeland te bereiken. De kalme zee werkte mee. Op 15 mei signaleerde de Britse mijnenveger HMS Venomous de Zeemanshoop en nam de vluchtelingen aan boord. Diezelfde dag redde dit schip ook de circa zeventig passagiers van de uit IJmuiden vertrokken sleepboot Atjeh.
Door de vlucht met de Zeemanshoop overleefden vrijwel alle Joodse vluchtelingen de Tweede Wereldoorlog.

De Zeemanshoop

Na de redding van de vluchtelingen brachten de Britten de reddingsboot naar Dover. De rest van de oorlog was het schip bij de Nederlandse marine in Engeland gebruik als communicatievaartuig bij de mijnenveegdienst te Holyhead en later te Harwich. Na de oorlog keerde het schip terug in Nederland. Op de Rijkswerf Willemsoord in Den Helder werd het schip hersteld en de NZHRM teruggegeven.

Herdenking van de vlucht

Op 14 mei 2015 is in Scheveningen de vlucht met de Zeemanshoop herdacht. In Scheveningen kwamen twee nog levende vluchtelingen en nabestaanden van andere vluchtelingen bijeen. Ook de reddingsboot lag op deze dag even in de haven van Scheveningen.
Danny Verbaan presenteerde op 14 mei ook zijn interessante en spannende boek over de Zeemanshoop. Centraal staat in het boek de geschiedenis van het schip de Zeemanshoop en de herinneringen van de vluchtelingen in mei 1940. Verbaan interviewde de laatste drie betrokkenen, die nog in leven waren: student Karel Dahmen, Tinus Rog, de Scheveninger die de motor startte en de Joodse vluchteling Loet Velmans. In het boek vertelt Loet Veltmans ook uitgebreid over zijn herinneringen aan Joods Scheveningen.

—————————-

Verder lezen

F. Mertens, Een wereldverbeteraar in Den Haag. De Haagse ballingschap van Otto Neurath, publicatiereeks ‘Den Haag, stad van vrede, recht en veiligheid’ nr. 2 (Den Haag 2007)

Danny Verbaan, Weg! Ontsnapt aan de Duitse bezetting (z.pl. 2015)