Staal en Spionnen – Montan Export in Den Haag

FacebooktwitterredditpinterestlinkedinmailFacebooktwitterredditpinterestlinkedinmail

Inleiding
Op 6 december 1923 is in Den Haag de metaalgroothandel N.V. Montan Export opgericht. Montan handelde in ertsen, ruwijzer- en ferro-legeringen, walsproducten van ijzer en staal, stalen smeed- en gietstukken, metalen, machines en apparaten.
Bernard Bercovitz, de directeur van Montan Export, liet de onderneming in april 1924 inschrijven bij de Kamer van Koophandel in Den Haag.

Hoofdkantoor van N.V. Montan Export aan de Nieuwe Parklaan 55 in Scheveningen –
Fotograaf J.O. van Griethuysen, collectie Haags Gemeentearchief

Bernard (Bernhard) Bercovitz, oprichter van Montan Export
De oprichter van de naamloze vennootschap Montan Export, Bernard (Bernhard) Bercovitz, was op 13 oktober 1891 in Berlijn geboren, als zoon van Joodse ouders met een Turkse nationaliteit. Hij gold als een specialist in mechanica en werktuigbouw. Als ingenieur was hij vooral thuis in de vervaardiging van kleinmechanische machinerieën. Mensen die hem kenden beschreven hem als een genie vanwege zijn ontwerpen van kleine pompen die extra druk leverden in het systeem van brandstoftoevoer naar de aandrijving van de propellers. Met deze uitvinding van Bercovitz was de inzetbaarheid van vliegtuigen vergroot.

Bercovitz werkte in de jaren twintig van de vorige eeuw voor verschillende Duitse firma’s in de stad Semarang op Java. Voor de ‘Vereenigde Duitsche fabrieken voor Spoorwegmaterialen’ was hij alleenverkoper voor Nederland en Nederlands-Indië van rails, wissels, locomotieven en wielstellen.
In 1923 besloot hijzelf te gaan ondernemen. Dat leidde tot de oprichting van de staalonderneming N.V. Montan Export Metaal Handelmaatschappij. Bercovitz bezat in de firma zestig aandelen ter waarde van ƒ1000,-. Aanvankelijk hield de vennootschap zich na de oprichting bezig met handel op Duitsland. Omdat de resultaten niet gunstig waren zijn de activiteiten eind jaren twintig stilgelegd. Omstreeks 1932 nam Bercovitz de zaken weer ter hand en ging toen handel drijven in ijzer en staal met Engeland en Hongarije. Al snel breidden de handelscontacten zich uit naar de rest van de wereld. Montan exporteerde vooral naar Nederlands-Indië, de Britse koloniën, Italië, Noord-Europa, de Balkan, Rusland en – vanuit het buitenland – naar Nederland. Importen van benodigde materialen kwamen uit Hongarije, Amerika, Marokko en Nederlands-Indië.
Met het Duitse Montan-concern (mijnbouw- en staalindustrie-concentraties) waren geen relaties. Hetzelfde gold voor de nazi-Duitsland-vriendelijke N.V. Handelmaatschappij ‘Montan’ aan de Lulofdwarsstraat 9 in Den Haag.

Na de machtsovername van Adolf Hitler besloot Bercovitz in april 1933 Berlijn te verlaten en koos voor Den Haag als nieuwe woonplaats. Sinds 1937 woonde hij daar in Villa Beukenhage aan de Jacob Catslaan 2. Het kantoor van Montan Export werd gehuisvest in de grote villa aan de Nieuwe Parklaan 55 in Den Haag. De werk- en opslagplaats van Montan Export en van de Pompen Maatschappij stond in Den Haag aan de Hoefkade 9.

Briefhoofd van een brief N.V. Montan Export in 1949 –
Rapport van de BVD over N.V. Montan Export

Adjunct-directeuren
Bij Montan Export werkten drie onderdirecteuren

  • De Joodse Hans Lewkowitz was geboren op 2 augustus 1895 in Gleiwitz (Gliwice in Polen). Hij woonde aan de Mechelsestraat 1 in Den Haag. Lewkowitz bezat drie aandelen ter waarde van ƒ1000,- in de onderneming.
  • De nationaalsocialistische (niet-Joodse) Kurt Wenzel was geboren op 3 maart 1894 in Berlijn. Hij woonde aan de Van Ouwenlaan 20 in Den Haag. Wenzel bezat drie aandelen ter waarde van ƒ1000,- in de onderneming.
  • De niet-Joodse jurist mr. Adriaan Diederik (Diederik, Didi) van Buuren was geboren op 23 oktober 1900 in Sommelsdijk. Hij woonde aan de Brusselselaan 4 in Den Haag. Hij bezat geen aandelen. Internationaal stond hij bekend als wapenhandelaar.

Adriaan Diederik (Didi) van Buuren –
foto op de omslag van het boek Didi door Piet Wackie Eysten

Raad van Toezicht van Montan Export

De Raad van Toezicht van Montan bestond uit twee personen:

  • John Herbert Skelton, geboren op 8 februari 1880 in Forest Gate in het Verenigd Koninkrijk. Hij was niet-Joods. Skelton woonde aan de Frognal 104 in Londen. Hij bezat tien aandelen ter waarde van ƒ1000,- in de onderneming. Wanneer Bercovitz in Londen was maakte hij gebruik van het kantoor en het secretariaat van Skelton.
  • Géza Coffin, geboren op 31 juli 1877 in Orosháza in Hongarije, wonende aan de Akadémia U.6 in Boedapest. De Hongaar Coffin was niet-Joods. Hij bezat vijf aandelen ter waarde van ƒ1000,- in de onderneming.

Deelname van Montan Export in andere ondernemingen
Montan Export had in tal van andere ondernemingen in binnen-en buitenland geïnvesteerd:
– investering van ƒ62.000,- in de NV Nederlandsche Anodisering Mij. aan de Noorderbeekdwarsstraat 9-13 in Den Haag
– investering van ƒ20.000,- in de NV Continental Car Hire Company aan de Nieuwe Parklaan 55 in Den Haag
– investering van £5.500,- in de Self Priming Pump & Engineering Co. Ltd. in Londen
– investering van £900,- in Pneutrola Ltd. In Londen
– investering van FFRs 86.000,- in Société Internationale Minière du Maroc ‘Intermine’ in Casablanca
– investering van Pengö [Hongaarse munteenheid] 22.500,- in ‘Orbis’ Warenverkehrs- und Alektrizitäts A.G. aan de Arpad U.6 in Boedapest

Rifat Avigdor in zijn kantoor ca. 1940 –
The National Post

De redding van Rifat Avigdor
In september 1938 hielp Bercovitz zijn vriend, de Turkse Jood Rifat Avigdor, met zijn gezin te ontkomen uit nazi-Duitsland. Avigdor was net als Bercovitz een ingenieur en een pompenspecialist. Hij was tot aan zijn vlucht werkzaam op het Luftfahrtministerium in Berlijn. Met zijn technische kennis mocht hij Duitsland niet verlaten, bovendien stond de door hem uitgevonden pomp op de lijst van Duitse geheime wapens. Na de ontsnapping uit handen van de nazi’s werkte Avigdor in Nederland samen met Bercovitz. Voor hun kennis over de fabricage van pompen voor een verbeterde toevoer van brandstoffen en olie voor vliegtuigen was veel belangstelling. Samen richtten zij aan de Hoefkade 9 de N.V. Nederlandsche Pompen Maatschappij op, waar eind 1939 47 mensen werkzaam waren.
Avigdor zou niet lang in Nederland blijven. Direct na de inval van de Duitse bezetter vluchtte hij op 14 mei 1940 opnieuw en wist twee dagen later met vrouw en kinderen Engeland te bereiken. In januari 1941 reisde het gezin door naar Canada, waar Avigdor zijn pompenkennis in dienst stelde van de geallieerden.

Brusselselaan 4 in Scheveningen, woonhuis van adjunct-directeur mr. A.D. van Buuren –
foto juli 2022

Montan Export in 1939
De boekhouding van Montan uit 1939 is gedeeltelijk bewaard gebleven. Daardoor weten we dat de firma een bloeiende onderneming was. Bij Montan waren in dat jaar 22 mensen in dienst.

Balans van Montan Export N.V. op 31 december 1939:
activa ƒ1.715.927, 12
passiva ƒ1.039.983, 68

Jaaromzet in 1939 ƒ5.928.000,- (omgerekend naar de waarde in 2021: €60.291.765, 46)
export ƒ2.370.000,-
import ƒ3.558.000,-

Veranderingen bij Montan Export N.V. na 10 mei 1940
De Duitse bezetting had enorme gevolgen voor de onderneming, een aantal directieleden was op de vlucht geslagen en de leden van de Raad van Toezicht werden uit hun functie ontheven.

Woonhuis van Bernard Bercovitz, directeur van N.V. Montan Export, aan de Jacob Catslaan 2, thans is de ambassade van Luxemburg in de villa gevestigd –
foto juli 2022

Bercovitz en Lewkowitz in het buitenland
Bercovitz was voor de onderneming sinds begin mei 1940 in Engeland. Toen de Duitse bezetting van Nederland een feit was besloot hij in het buitenland te blijven, omdat het bij hem bekend was dat hij op een Duitse opsporingslijst stond. De zetel van N.V. Montan Export had hij nog voor de inval van de Duitse bezetter op 26 april 1940 verplaatst naar Curaçao.
In juli 1940 vertrok Bercovitz vanuit Londen naar Canada, waar hij de leiding op zich nam van een fabriek van de Self-Priming Pump & Engineering. Deze firma was in 1933 in Engeland opgericht. In 1934 kochten Bercovitz en mede-directeur Van Buuren de meerderheid van de aandelen in de onderneming. De fabriek van Self-Priming Pump & Engineering vervaardigde kleine pompen voor de start van vliegtuigen, die voor de geallieerde oorlogvoering van groot belang zijn geweest.
Na de vlucht van Bercovitz namen officieren van de weermacht intrek in zijn grote villa aan de Jacob Catslaan 2. Zijn inboedel daar is in mei 1941 door makelaar Leendert Beeuwkes beschreven en getaxeerd. De onroerende bezittingen van Bercovitz zijn in januari 1944 door Omnia voor verkoop overgedragen aan de Niederländische Grundstückverwaltung.

Ook de Joodse adjunct-directeur Lewkowitz kon aan de vervolging door nazi-Duitsland ontkomen. Na de oorlog vertelde hij over zijn vlucht: ‘Toen hij in Duitsland woonde werd hij gearresteerd en door de Gestapo scherp ondervraagd’. Vooral naar zijn contacten met Rusland waren de nazi’s geïnteresseerd, maar hij werd vrijgelaten. Daarna heeft hij Duitsland direct verlaten. Via Parijs kwam Lewkowitz in 1934 in Den Haag terecht. Na de Duitse bezetting van Nederland slaagde hij erin Toulouse in het niet-bezette Vichy-Frankrijk te bereiken en vertrok vanuit daar naar Lissabon, waar hij de hele verdere oorlog verbleef.

Spion Van Buuren vlucht naar Londen
Op advies van de Engelse legatie was adjunct-directeur mr. Adriaan van Buuren in de Meidagen van 1940 naar Engeland gevlucht, omdat hij vanwege spionageactiviteiten op een opsporingslijst van de nazi’s zou staan. Tijdens zijn handelsreizen in Duitsland heeft Van Buuren inderdaad informatie verzameld voor het Ministerie van Defensie. Na zijn vlucht is zijn achtergebleven echtgenote verhoord door de Sicherheitsdienst. Tijdens het verhoor noemden de Duitsers haar echtgenoot: ‘deutschfeindlich’.

Van Buuren was een opmerkelijke man. Voor zijn komst naar Montan Export handelde hij niet alleen in wapens,  maar wist deze activiteiten ook te combineren met zijn liefde voor opera en muziek. In Italië en Londen dirigeerde hij operaorkesten en bij de Scala van Milaan werkte hij als repetitor. Met de beroemde – en tien jaar oudere – operazangeres Maartje Offers is hij in Milaan gehuwd en enige jaren getrouwd geweest. Haar ruilde hij in voor de – eveneens tien jaar oudere – sopraan Greta Manders. Een aantal malen dirigeerde hij bij het populaire operette-orkest van Fritz Hirsch in de Princesse Schouwburg in Den Haag.

Ondanks zijn spionage-verleden voor het Nederlandse Minsterie van Defensie is Van Buuren  kort na aankomst in Engeland in 1940 geïnterneerd. Het verhaal deed de ronde dat hij fascistische sympathieën had en deel uit maakte van een ‘vijfde colonne’. De geruchten waren gebaseerd op een gebeurtenis in 1934. Van Buuren, die goed Italiaans sprak en in Italië had gewoond, had in 1934 op verzoek van de Italiaanse gezant in Nederland Mussert bij Mussolini geïntroduceerd. Bij dat gesprek was Van Buuren aanwezig geweest en had toen als tolk opgetreden.
Nergens bleek echter dat Van Buuren na 1934 nog verder contact had gehad met Mussert of Mussolini. Toch duurde het tot 20 november 1940 dat Van Buuren in Engeland weer als een vrij man kon rondlopen.

De Raad van Toezicht uit de functie ontheven
De Duitse bezetter bepaalde dat de ‘Aufsichtsräte’ van Montan Export (de leden van de Raad van Toezicht) Skelton en Coffin van hun functies ontheven moesten worden. Het Haagsch Truste Kantoor kwam in hun plaats als Raad van Toezicht in de onderneming.
Op de Algemene aandeelhoudersvergadering van 21 juni 1940 zijn ook directeur Bercovitz en de adjunct-directeuren Lewkowitz en Van Buuren van hun functies ontheven, omdat zij niet meer in Nederland verbleven.

Verwalters Becker en Kemena

Bij de voor de oorlogsindustrie, en vooral de vliegtuigindustrie, belangrijke Nederlandsche Pompen Maatschappij van Bercovitz en Avigdor volgde direct na de bezetting in mei 1940 de aanstelling van een Verwalter, een door de nazi’s aangewezen zaakwaarnemer. De Deutsche Benzinuhrengesellschaft uit Berlijn, een fabriek waar onderdelen voor automotoren werden gemaakt – en veel dwangarbeiders werkten – , had grote belangstelling en zond Fritz Becker naar Den Haag. Maar de voor de voorzetting van de pompenfabricage noodzakelijke materialen bleken niet aanwezig, daarom besloot de Berlijnse onderneming de Nederlandsche Pompen Maatschappij te verpachten aan DBU-Apparaten-Fabriek H. Lehmann, die zich vestigde aan de Hoefkade 9 in Den Haag, waar ook de Pompen Maatschappij was gevestigd.

Erich Kemena uit Düsseldorf werd de eerste Verwalter bij N.V. Montan Export. Hij had de aandelen van de Joodse adjunct-directeur Hans Lewkowitz voor ƒ6.000,- overgenomen en werd daarna Verwalter van de onderneming. Kemena bleef dat tot 1 april 1941. Onder zijn regiem is er fors in het personeelsbestand gesnoeid. In de periode van 21 juni 1940 tot 16 november 1940 werd het aantal medewerkers van Montan van 22 tot tien gereduceerd. Ook voor de Pompen Maatschappij had Kemena belangstelling. Hij meldde bij de Wirtschaftsprüfstelle dat hij die op termijn wilde overnemen. Deze overname heeft niet plaatsgevonden.

Van Ouwenlaan 20, woonhuis en kantoor van Kurt Wenzel –
foto juli 2022

Kurt Wenzel, een nazi als directeur
Na de bezetting werd de nieuwe directeur de uit Berlijn afkomstige Kurt Wenzel. Hij was omstreeks 1925 in dienst getreden bij Montan Export en opgeklommen tot adjunct-directeur. In juni 1932 had hij zich met zijn echtgenote Frieda Deskonski vanuit Berlijn in Den Haag aan de Nieuwe Parklaan 75 gevestigd. In 1935 verhuisden zij naar de Gentsestraat 171. In zijn oude woonhuis nam Bernard Bercovitz voor een korte periode zijn intrek. In januari 1939 kocht Wenzel een mooi woonhuis aan de Van Ouwenlaan 20 in Den Haag.
Nazisympathieën waren de Duitse Wenzel niet vreemd. In 1935 was hij tot de ‘Auslandsorganisation der N.S.D.A.P.’ (buitenlandorganisatie van de N.S.D.A.P.) toegetreden. Voor de oorlog scheen hij in Den Haag voor Nazi-Duitsland te hebben gespioneerd.
Onder Wenzels leiding werd Montan Export een toeleveringsbedrijf voor de weermacht. Nog voor de aanstelling van Erich Kemena had Wenzel aan de Generalkommissar für Finanz und Wirtschaft laten weten dat hij eigenaar van Montan wilde worden. Het was duidelijk dat Bercovitz en N.V. Montan Export een adder aan de borst hadden gekoesterd.
Eigenaar werd nazi Wenzel niet. Slechts gedeeltelijk kreeg hij zijn zin. In april 1941 werd hij als Verwalter aangewezen van N.V. Montan Export en van twee firma’s waarin Montan had geinvensteerd, namelijk van de N.V. Nederlandsche Anodisering Maatschappij en de N.V. Continental Car Hire Company. Ook had Wenzel zijn oog laten vallen op de firma Roba Metallurgische Handelmaatschappij aan de Van Baerlestraat 76 in Amsterdam. Maar die firma kreeg een andere Verwalter.
Het laatste Joodse personeelslid van Montan Export werd in juli 1942 door Wenzel ontslagen.

In de N.V. Nederlandsche Anodisering Maatschappij was Montan grootaandeelhouder. De directeur van deze onderneming was de Joodse Arno Epstein. Ook hij kreeg van Wenzel zijn ontslag, nadat hij onder dwang de hele anodiseringsmethode op papier had vastgelegd en aan Verwalter Wenzel had overgedragen.

Montan lijdt verliezen
De omzet van Montan Export daalde fors in de oorlogsjaren. De omzetcijfers laten dat duidelijk zien:
1937 ƒ4.048.000,-
1938 ƒ5.040.000,-
1939 ƒ5.928.000,-
1940 ƒ3.291.000,-
1941 ƒ 209.000,-

Het lukte Wenzel niet nieuwe exportgebieden te vinden. Omdat de in- en verkoop van ijzeren en stalen halfproducten bijna niet mogelijk was, ging Montan over op de productie van gasflessen en gaskleppen voor vrachtwagens. Er werden ook zaken gedaan met de beruchte Bismarckhütte in Kattowitz (thans een wijk in de Poolse stad Chorzów), waar kanonnen en gepantserde legervoertuigen werden vervaardigd. Het was een fabriek waar honderden dwangarbeiders werkten.

Liquidatie van Montan Export
De ingepikte firma Montan Export bleek in 1943 niet meer winstgevend en moest worden geliquideerd. Opnieuw stond Kurt Wenzel vooraan. Op 3 december 1943 kreeg hij een aanstelling als ‘Liquidationstreuhänder’ (liquidatievertrouwenspersoon). Voor Montan Export hield hij toen bureau aan de Nieuwe Uitleg 43 in Den Haag.
Het kantoor van Montan was in de oorlogsjaren verhuisd naar de Van Hogenhoucklaan 28 in Den Haag. De waarde van het kantoorgebouw van Montan aan de Van Hogenhoucklaan en het fabrieksgebouw aan de Hoefkade 9 was door taxateur D.J. Lucas, wonende in Huize Hester aan de Park Leeuwenberghlaan in Leidschendam, bepaald op ƒ55.000,-.

Voor de waardebepaling van de inboedel van het kantoor van Montan Export aan de Van Hogenhoucklaan 28 in Den Haag nam Wenzel Taxatiebureau Everout & De Vries in de arm. Op 30 januari 1944 meldde Wenzel aan de Wirtschaftsprüfstelle in Arnhem, de directe opdrachtgever van firma-liquidaties in Nederland, dat volgens het taxatierapport de bureau-inventaris een waarde had van ƒ12.233,50 en de nog aanwezige machines waren getaxeerd op ƒ6175,-. Nog niet-getaxeerde materialen lagen opgeslagen in de werkplaats aan de Wateringsestraat in Den Haag.

De Turkse nationaliteit van Bercovitz
De Turkse nationaliteit van Bernard Bercovitz gooide tijdens de liquidatie roet in het eten. Omdat de vader van Bercovitz in Turkije was geboren had ook de zoon de Turkse nationaliteit. Bernhard Bercovitz, die in Berlijn was geboren, had in 1938 geprobeerd de Nederlandse nationaliteit te krijgen, maar dat was niet gelukt. Daarop had hij in dat jaar besloten de Turkse nationaliteit te behouden, omdat hij anders stateloos zou zijn, omdat het naziregime Joden met een Duitse nationaliteit stateloos had gemaakt.
Wenzels plannen om een firma met een Turkse eigenaar te liquideren konden daarom niet zomaar doorgang vinden. De Wirtschaftsprüfstelle meldde dat voorafgaand aan de liquidatie eerst zeker moest zijn dat er geen problemen zouden komen met de Turkse regering. Turkije was niet in oorlog met Duitsland en het liquideren van bedrijven van Turkse onderdanen kon wel eens rekenen op een stevige negatieve reactie vanuit Turkije.

Aan advocaat J.J.P. Tonino in Amsterdam had Bercovitz tal van bewijsstukken gezonden die zijn Turkse nationaliteit aantoonden. Tonino correspondeerde daarover met de Wirtschaftsprüfstelle. De advocaat benadrukte dat het erg moeilijk is voor een Turk om zijn Turkse nationaliteit kwijt te raken. Ook het Turkse Generalkonsulat in Hamburg had op 7 juni 1944 een brief met de bevestiging van de Turkse nationaliteit van Bercovitz gezonden.

Desondanks is Montan Export op 15 augustus 1944 geliquideerd.

Het voormalige hoofdkantoor van N.V. Montan Export aan de Nieuwe Parklaan 55 –
foto juli 2022

Heroprichting van N.V. Montan Export na de Tweede Wereldoorlog
Bercovitz en de onderdirecteuren Van Buuren en Lemkowitz overleefden de oorlog en besloten in 1945 een herstart met Montan Export in Den Haag te maken. Snel na de bevrijding vond rechtsherstel plaats en opnieuw kwam het hoofdkantoor van de vennootschap terug in de villa aan de Nieuwe Parklaan 55 in Den Haag. De statutaire zetel bleef in Willemstad op Curaçao.

Rapport van de Binnenlandse Veiligheidsdienst in 1949 over de activiteiten van de directie van N.V. Montan Export

BVD – Montan Export en de Koude Oorlog
Omdat Montan Export zaken deed met Oost-Europese landen werd de onderneming vanaf 1947 in de gaten gehouden door de geheime dienst in Nederland. De Koude Oorlog is goed merkbaar in de BVD-rapporten over Montan Export. Iedere reis naar Hongarije, Rusland of  de handelscontacten met Oost-Europa lijken te zijn opgetekend.

Ook de directie werd gewogen. Directeur Bercovitz was volgens de BVD: ‘een reusachtig scherp zakenman met wereldrelaties en schatrijk. Hij is de grote man op de achtergrond’. Over Van Buuren had de BVD een opmerkelijke mening gevormd. Volgens een BVD-rapport beschouwden Bercovitz en adjunct-directeur Lewkowitz hem als ‘onpraktisch’, vanwege zijn haat tegen de Duitsers. Hij zou liever geld verliezen dan er zaken mee doen, ook al was de oorlog voorbij. Volgens de BVD kende Van Buuren ‘alles en iedereen’. Hij was ‘een wat wonderlijke, wilde figuur, echter met een grote ontwikkeling en een scherp verstand’ en bovendien ‘een scherpe geldjager’.

Volgens de veiligheidsdienst was Montan Export een semi-wapenhandelfirma. Uit het rapport: ‘De algemene indruk is dat Bercovitz, Lewkowitz en Van Buuren voor alles zakenlieden zijn met weinig scrupules hoe het geld verdiend wordt. Zij blijven daarbij wel bij bonafide handel. Politiek zou er geen twijfel aan zijn of zij staan aan de goede kant, terwijl zij ook vroeger nooit pro-Duits waren, doch merkbaar pro-geallieerd. Er zou wel een verdenking zijn gerezen van wapenhandel en/of smokkel’. De BVD-slotconclusie luidde: ‘Overigens handelt Montan in zoveel installaties, patenten, metalen, machines etc. voor oorlogsindustrien, dat het practisch wel een wapenhandel is’.

Overlijdensbericht van Bernard Bercovitz –
Het Vaderland, Delpher.nl

Overlijdensbericht van Hans Lewkowitz –
Het Vaderland, Delpher.nl

Overlijdensbericht van Adriaan Diederik van Buuren –
NRC Handelsblad, Delpher.nl

1963 – Het einde van Montan Export
Bernard Bercovitz bleef na de oorlog in Canada wonen. Hij werd president-commissaris van de heropgerichte Montan Export en bleef tot aan zijn dood verbeteringen van pompen uitvinden, waarvoor hij tal van patenten op zijn naam kreeg. Op 7 mei 1956 is Bernard Bercovitz in Londen overleden.
Adjunct-directeur Hans Lewkowitz  keerde terug naar Den Haag en is daar in het Benoordenhout op 8 februari 1958 overleden.
Adriaan van Buuren kwam eveneens terug naar Nederland en huwde daar voor derde maal. Op 11 februari 1975 is hij in Amsterdam overleden.

De activiteiten van N.V. Montan Export Metaal Handelmaatschappij zijn op 16 april 1963 stopgezet.

Bronnen
NIOD (Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, Amsterdam), collectie 94f, Collectie dossiers afkomstig uit de archieven van de Omnia-Treuhandgesellschaft m.b.H., de Deutsche Revisions- und Treuhand A.G. (Zweigniederlassung Den Haag) en de Wirtschaftsprüfstelle:

  • nr. 4552, NV Nederlandsche Anodisering Mij. te Den Haag
  • nr. 4556, NV Continental Car Hire Company (Continentale Wagon-Exploitatie Mij.) in Den Haag
  • nr. 4892, N.V. Montan Export (Metaal Handel Mij.), Nieuwe Parklaan 55 Den Haag
  • nr. 5149, N.V. Continental Car Hire Company, Nieuwe Parklaan 55 in Den Haag
  • nr. 5612, N.V. Nederlandsche Pompen Maatschappij te ‘s-Gravenhage
  • nr. 5962, Roba Metallurghische Handelsmaatschappij N.V. in Amsterdam

Nationaal Archief, toegangsnummer 2.04.127, archief van de Centrale Veiligheidsdienst (1946-1949) en de Binnenlandse Veiligheidsdienst (1949-1952) van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, inv.nr. 1194-1079, Montan Export te ’s-Gravenhage

L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog in de Tweede Wereldoorlog, deel 1 Voorspel (Den Haag 1969); deel 9 Londen – eerste helft (Den Haag 1979)

Stichting Historisch Industrieel Erfgoed over Montan Export: https://shie.nl/bedrijven/montan-handel-in-ijzer-en-staal-1920-heden/
NB Betreft de andere Montanfirma, namelijk N.V. Handelmij. Montan aan de 2e Lulofdwarsstraat 6 in Den Haag. Deze firma had geen relatie met Montan Export.

Piet Wackie Eysten, Didi. Levenschets van mr. A.D. van Buuren (1900-1975) (z.pl. 2015)

Frans Kluiters, online bewerking Etienne Verhoeyen, De Abwehr in Nederland (1936-1945) (Onvoltooid manuscript Frans Kluiters, 2006; bewerking Etienne Verhoeyen, 2016)

Voor Maartje Offers, echtgenote van mr. Adriaan Diederik van Buuren: resources.huygens.knaw.nl

Voor Greta Manders, echtgenote van mr. Adriaan Diederik van Buuren: operanederland.nl

Over Rifat Avigdor: Tuvana Şahintürk, ‘The secret history of a Canadian engineer who escaped Germany and Hitler’s “Black Book”,  in: The National Post (11 november 2021)